De complicaties
-
nabloeding uit de steekgaatjes: de steekgaatjes ten behoeve van arthroscopie worden meestal niet gehecht en kunnen om die reden nabloeden. Verwisselen van het verband of de pleister is vaak voldoende. Indien de bloeding langer dan 48 uur aanhoudt moet u contact opnemen met het ziekenhuis.
-
nabloeding in de knie: alvorens de operatie wordt beëindigd, controleert de operateur of er sprake is van bloedingen in het kniegewricht en zal deze stelpen. Aansluitend aan de operatie wordt een drukverband aangebracht dat na 24 uur mag worden afgenomen. Indien ondanks deze maatregelen toch een zodanige zwelling ontstaat dat deze aanleiding geeft tot ondraaglijke pijn dient u contact op te nemen met het ziekenhuis.
- haematoom bovenbeen: sporadisch ontstaat na een arthroscopische procedure van de knie een haematoom in het bovenbeen dat een gevolg kan zijn van de tourniquet (bloedleegte band) die wordt opgeblazen tot 250 mm Hg en die de doorbloeding van het been tijdelijk stopt.
Er is zo beter zicht in het kniegewricht en de arthroscopische procedure kan daardoor efficiënter worden verricht. Hoewel het haematoom pijnklachten kan veroorzaken en de mobiliteit kan beperken, zijn doorgaans geen bijzondere maatregelen nodig en verdwijnt het haematoom na enkele weken. Als sprake is van neurologische verschijnselen (krachtverlies, tintelingen of gevoelloosheid) moet de operateur worden gewaarschuwd!
- infectie: de kans op een infectie is erg klein. Er wordt onder steriele omstandigheden gewerkt tijdens de operatie en door het spoelen van een steriele zoutoplossing in de knie tijdens de operatie treedt een verdunningseffect op. Goede wondverzorging zorgt er voor dat ook na de operatie de kans op een infectie uitermate klein zal zijn. Indien u echter bemerkt dat de knie pijnlijk gezwollen is en koorts ontstaat of pus afvloeit uit de steekgaatjes dient u meteen contact op te nemen met het ziekenhuis.
-
hydrops (vocht in de knie): na een arthroscopie is het normaal dat de knie enige dagen tot ongeveer 6 weken een zwelling vertoont. Dit wordt veroorzaakt door een reactie van het slijmvlies in de knie op de operatieve behandeling en door de bloeding die na de operatie altijd wel in de knie ontstaat. Het bloed wordt door het lichaam zelf opgelost om uiteindelijk volledig te verdwijnen. Ook het slijmvlies komt vanzelf na enige tijd tot rust. Soms wordt een ontstekingsremmer voorgeschreven. Als sprake is van een hevige zwelling waardoor de knie niet goed gestrekt kan worden (Bonnetse stand van de knie), dient u ook contact op te nemen met het ziekenhuis. Een ontlastende punctie van de knie geeft direct verlichting van de pijn en maakt het mogelijk de knie weer te strekken.
-
trombosebeen: In het algemeen is er geen vergroot risico op een trombose omdat de populatie die voor een meniscectomie in
dagbehandeling in aanmerking komt in het algemeen goed mobiel is. Een trombose manifesteert zich in het begin als een diepe pijn in de kuit die verergert bij het naar de neus bewegen van de tenen en het optrekken van de voet. In een later stadium ontstaat ook een zwelling van het onderbeen (en uiteindelijk ook van het bovenbeen (foto)) en voelt het been gespannen aan. Vaak geeft de patiënt aan een messteek te voelen in de kuit. Indien u deze verschijnselen bemerkt, moet u direct contact opnemen met het ziekenhuis. Met een echografisch onderzoek kan men een eventuele trombose aantonen respectievelijk uitsluiten. Het is verstandig om aansluitend aan de operatie de enkel en knie te bewegen en langdurig stilzitten te vermijden. Roken, overgewicht, een verhoogd cholesterolgehalte in het bloed, anticonceptie-pil gebruik en diabetes mellitus (suikerziekte) respectievelijk een passieve houding vergroten de kans op een trombose. De operateur zal u ten aanzien van mobiliteit adviezen geven.