Het onderzoek van de knie bij meniscusletsel
De circumscripte drukpijn in de gewrichtsspleet en de pijn bij eindstandige buiging van de knie zijn de belangrijkste redenen om een meniscusletsel te vermoeden. Vaak is er vrij vocht (hydrops) in de knie aanwezig dat toeneemt bij belasting en inspanning en indien het vocht in de knie duidelijk is, kan een buigbeperking ontstaan en geeft de patiënt een bandgevoel rond de knie aan. Dit bandgevoel bevindt zich net boven de knieschijf en weerspiegelt het vrije vocht dat het gewrichtskapsel onder druk zet bij de buigstand van de knie.
Op een conventionele röntgenfoto is de meniscus niet te zien. De foto wordt wel gemaakt om eventuele aangeboren, degeneratieve of traumatische afwijkingen aan het knieskelet uit te sluiten. De meniscus is op een MRI wel goed te beoordelen. Geringe meniscus afwijkingen die toch klachten kunnen veroorzaken, kunnen op een MRI worden gemist. Een op een MRI aangetoonde scheur in de meniscus hoeft niet per se symptomatisch te zijn. Een kijkoperatie ten behoeve van meniscusafwijkingen wordt nooit louter op grond van de MRI bevindingen verricht. Op de foto rechts is een geluxeerde buckethandle scheur zichtbaar bij een patient met een voorste kruisbandruptuur. De pijlen geven de afwijkende ligging van de laterale meniscus weer, de normale mediale meniscus is omlijnd.
Een zogenaamde "bucket handle" is overigens altijd wel een indicatie voor arthroscopie. Zij veroorzaakt een strekbeperking van de knie. Een op MRI aangetoonde degeneratie (veroudering en vervetting) van de meniscus hoeft niet altijd gepaard te gaan met klachten of beperkingen. Bij patiënten boven 45 jaar zijn altijd wel degeneratieve afwijkingen van de meniscus zichtbaar.
Op de foto links is een ernstige degeneratie van de meniscus zichtbaar waarvan de patiënt nauwelijks klachten had.
De orthopedisch chirurg behandelt dus nooit een MRI, maar de patiënt met zijn knieklachten en de daaraan verbonden beperkingen !!
Op een MRI is een hydrops duidelijk te zien. Soms kan bij onderzoek een duidelijke knoep of klik worden opgewekt. Een knie die niet volledig kan strekken noemt men een slotknie (ook wel voetbalknie genoemd). Andere oorzaken van een strekbeperking zijn letsels van de mediale band en de strekbeperking zoals die bij een artrose (slijtage) van de knie kan voorkomen. In het laatste geval is er dan meestal geen sprake van een acuut moment. Een los stuk meniscus of een los kraakbeenfragment kan ook slotverschijnselen veroorzaken. Deze slotgevoelens manifesteren zich dan bij verschillende standen van de knie en niet alleen in het laatste traject van de strekking.
"Pseudoslot" verschijnselen onderscheiden zich van klassieke slotverschijnselen in het feit dat zij korter (seconden) duren dan de echte slotknie (uren of dagen) en zijn meestal gerelateerd aan een kraakbeen probleem. Soms wordt een verspringende sensatie in de knie aangegeven.
De typische klik of knoep die met de zogenaamde McMurray test kan worden vastgesteld, komt slechts in 20% van aangetoonde bucket-handle scheuren voor en is om deze reden een minder belangrijk diagnostisch symptoom. Op de foto wordt een strekbeperking veroorzaakt door een buckethandle scheur van de binnenmeniscus. De term "bucket handle" is een weergave van het feit dat de meniscus als het handvat van een emmer kan omklappen.