Vroeg na de operatie
Naast de algemene complicaties zoals een forse zwelling van de knie door vocht of bloed of een infectie (< 1%) is er een kleine kans op een trombosebeen (< 1%). Een infectie komt uitermate zeldzaam voor (1:500). Sporadisch wordt een oppervlakkige wondinfectie gezien die afdoende met antibiotica kan worden behandeld. Diepe infecties van het gewricht zijn zeldzaam. Als een diepe infectie optreedt, moet de knie worden gespoeld om de nieuwe kruisband te sparen. Meestal worden antibiotica kortdurend via een infuus toegediend.
Altijd wordt een reactieve prikkeling van het gewrichtslijmvlies gezien dat door de direct functionele nabehandeling meestal niet leidt tot straffe verklevingen. Bij de oudere patiënten (> 40 jaar) en bij operatieve behandeling kort volgend op het trauma dat leidde tot de scheur of bij operatief herstel van de mediale collaterale band kan stijfheid ontstaan ten gevolge van littekenreactie in de knie, ook wel artrofibrose genoemd. Het betreft soms een stijfheid met strekbeperking leidend tot een afwijkend looppatroon indien de verklevingen straf zijn geworden. Op de foto rechts is een stugge bindweefsel massa te zien ten gevolge waarvan de strekking beperkt was. De massa vulde het gebied achter de kniepees geheel op en had ook tot gevolg dat de beweeglijkheid van de knieschijf beperkt was met laagstand van de knieschijf (patella infera of baja).
Na een operatie is er soms sprake van oedeemvorming in het onderbeen en bij de hamstringtechniek wordt in de knieholte een haematoom (onderhuidse bloeding) gezien die binnen enkele weken spontaan zal verdwijnen. Vaak maakt de knie in de eerste drie maanden na operatie (en soms langer) allerlei geluiden die meestal geen betekenis hebben. Indien krakende (crepitaties)of klikkende sensaties gepaard gaan met vochtvorming in de knie (hydrops) of met pijnklachten verdient het aanbeveling overleg te plegen met de behandelende specialist. Het verlies van spiermassa (spier atrofie) is vaak niet te voorkomen in de eerste weken na stabilisatie en dit verdient extra aandacht in de revalidatie bij de fysiotherapeut. Bij de kniepees-techniek is er vaak kortdurend pijn ter plaatse van de onderzijde van de knieschijf. Deze klachten verdwijnen meestal spontaan vanaf ongeveer drie tot vier maanden. Nabij de littekens en ter plaatse van de buitenzijde van de knie en het bovenste gedeelte van het onderbeen kan de huid na de operatie gevoelloos zijn maar dit veroorzaakt meestal geen belangrijke klachten (zie ook bij artrose). Het verdoofde huidgebied wordt in de loop van de tijd kleiner.
Bij te snelle revalidatie kan de fixatie van de nieuwe voorste kruisband falen. Het falen van het fixatiemateriaal is onafhankelijk van de soort fixatie die is gebruikt. Op de foto rechts is de fixatie (Endobutton) uit het bovenbeen losgeraakt hetgeen heeft geleid tot recidief instabiliteit waarvoor de patiënt uiteindelijk opnieuw geopereerd moest worden. De voorste kruisband heeft 6 tot 8 weken nodig om te worden "opgenomen" in de tunnels. In die tijd is het verstandig twee elleboogskrukken te gebruiken, zeker bij mobilisatie buitenshuis.