Wat is artrose?
Definitie
Indien een artrose van de knie (gonartrose) door de orthopedisch chirurg of huisarts wordt vastgesteld, betekent dit dat er sprake is van een compleet verlies van de kraakbeenbedekking in het gewricht. Het betreft een graad IV chondropathie (=kaal bot, zie ook de rubriek kraakbeen). Artrose ontwikkelt zich in de tijd en is vaak gerelateerd aan de normale veroudering van een gewricht. Artrose is derhalve een ziekte ! Meestal is er geen duidelijke oorzaak aan te geven. Men spreekt dan van een primaire artrose. De primaire artrose komt het meest voor, soms zelfs op jonge leeftijd. Er kan sprake zijn van een erfelijke belasting. Er zijn omstandigheden die het “slijtageproces” van een knie in negatieve zin kunnen beïnvloeden zoals bij voorbeeld na een fractuur van het tibiaplateau waarbij ernstige kraakbeenschade is ontstaan en/of het gewrichtsvlak niet volledig anatomisch is hersteld. Overgewicht speelt ook een belangrijke rol! Een degeneratieve scheur van de meniscus wordt wel beschouwd als het eerste symptoom van een zich ontwikkelende artrose. De dikte van de kraakbeenlagen in de knie vermindert omdat de meniscus (de schokdemper) is beschadigd. Dat proces verloopt meestal langzaam over vele jaren en wordt in negatieve zin beïnvloed door onder andere overgewicht, excessieve belasting op het gewricht (beroep, sport), het scheuren van de voorste kruisband, een fractuur rond de knie enz. Soms ontwikkelt een artrose zich in een korte periode. Op de foto's rechts is goed waarneembaar dat de artrose aan de buitenzijde van de knie in korte tijd (in dit geval binnen twee jaar) is verergerd. Bovendien is in dit geval de as-afwijking in X-stand toegenomen hetgeen de reden was voor de patiënt om de polikliniek opnieuw te bezoeken.
Na verwijdering van een groot deel van de meniscus kan een artrose op termijn (vaak >20 jaar later) ontstaan (het post-meniscectomie syndroom). Op de drie-dimensionale reconstructie CT-scan van een tibiaplateau fractuur (zie foto links) is de mate van verstoring van de anatomie goed zichtbaar. Het laterale plateau is gespleten en het centrale gedeelte is ingeponst. Anatomisch herstel geeft geen absolute garantie voor een goede en pijnvrije functie op langere termijn. Dat geldt ook voor de relatief eenvoudige impressiefracturen van het tibiaplateau zoals op de CT scan opnames goed is te zien. Herstel van de anatomie levert vaak een goede röntgenfoto op maar de schade aan het gewrichtskraakbeen is op een röntgenfoto niet zichtbaar en is meestal de oorzaak van een artrose op termijn. Dat kan jaren duren.
Instabiliteit van de knie ten gevolge van een letsel van de voorste kruisband is ook een predisponerende factor voor artrose en dit wordt nog verder versterkt door verwijdering van de meniscus en vooral indien ook nog sprake is van een afwijkende been-as. Indien deze oorzaken van artrose worden gevonden, spreekt men ook wel van een secundaire artrose.
Een afwijkende been-as en/of een ernstige instabiliteit kan een artrose in korte tijd verergeren en dit is dan ook een reden om in een vroeg stadium een standsverbetering (osteotomie, zie verder) te overwegen in geselecteerde gevallen ondanks het feit dat op dat moment nog geen noemenswaardige klachten of beperkingen bestaan. Een osteotomie wordt dan meestal profylactisch uitgevoerd. De osteotomie heeft het doel een dreigende voortgang van artrose te voorkomen. De dreiging van een versnelde artrose is ook de reden om een instabiele knie ten gevolge van een voorste of achterste kruisbandletsel te stabiliseren. Behoud van het normale rol-en-glij mechanisme van de knie voorkomt stress op de menisci en het kraakbeen en kan het proces van langzame conditieverslechtering van de knie op z'n minst vertragen. Indien een artrose niet wordt behandeld, bij voorbeeld bij geringe pijnklachten of beperkingen, kan de artrose zodanig toenemen dat er zich een artrosis deformans ontwikkelt.
Op de foto is goed te zien dat de buitenzijde van de knie (het laterale compartiment) behoorlijk is "ingesleten". Deze vorm van artrose gaat gepaard met grof kraken van de nauwelijks bewegende gewrichtsvlakken. Er is meestal sprake van een behoorlijke functiebeperking en ook een progressieve as-afwijking van het been. Op de foto is een ernstig X-been zichtbaar ten gevolge van een arthrosis deformans. Implantatie van een knieprothese is dan meteen een uitdaging geworden voor de orthopedisch chirurg. Het goed balanceren van de collaterale banden (de uitgerekte mediale band en de verkorte laterale band) is technisch niet eenvoudig. Vanzelfsprekend is hier geen indicatie meer voor een standscorrectie (osteotomie, zie verder). Dergelijke afwijkingen van de beenas worden tegenwoordig in de Westerse wereld niet of nauwelijks meer gezien. Een toename van een as-afwijking kan soms in korte tijd ontstaan en geeft meestal aanleiding tot ernstige invaliditeit.
Artrosen kunnen soms ernstige vormen aannemen. Dat hoeft niet altijd gepaard te gaan met invaliderende pijn of ernstige functiebeperkingen. De patiënt met de knieën links op de foto tenniste nog drie keer per week maar werd door zijn vrienden geattendeerd op de toenemende asafwijking van het rechter been hetgeen de reden was om uiteindelijk een bezoek aan de polikliniek te brengen. De indicatie tot operatieve behandeling werd hier gesteld wegens de progressieve standsafwijking in relatief korte tijd en de mate van botverlies aan de tibiale zijde. Op de röntgenfoto zijn de cysteuze veranderingen in het rechter onderbeen goed herkenbaar en is een translatie en zelfs subluxatie van het gewricht ontstaan. Ondanks het feit dat er nog relatief weinig klachten waren met betrekking tot pijn en functie, is er een technische reden om tot implantatie van een prothese te besluiten. De voordelen en de nadelen (complicaties) worden altijd uitvoerig besproken met de patiënt.